English-Dutch Dictionary - T

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)

English Sort descending	Dutch	Learn
the hedge	de heg	Learn
the heels	de hakken	Learn
the heir	de erfgenaam	Learn
the hell	de hel	Learn
the help	de hulp	Learn
The hen had very short legs, so she was called “Miss Shortlegs.”	De kip had korte, lage poten, en daarom werd zij juffrouw Kortbeen genoemd	Learn
the heptathlon	de zevenkamp	Learn
the herbs	de kruiden	Learn
the hero	de held	Learn
the high mass	de hoogmis	Learn
the high tide	de vloed	Learn
the high-school teacher	de docent	Learn
the highest daily figure of all of 2021	het hoogste dagcijfer van gans 2021	Learn
the highlight of the year	het hoogtepunt van het jaar	Learn
the highness	de verheffing	Learn
the highway	de snelweg	Learn
the highways	de snelwegen	Learn
the hilliness	de heuvelachtigheid	Learn
The Himalayas is a mountain range.	De Himalaya is een gebergte.	Learn
the hinge	het scharnier	Learn
the hinges	de scharnieren	Learn
The hiring of functional analysts who will assist the customer in the development of user-specific applications.	Het inhuren van functioneel analisten die de klant zullen bijstaan bij het ontwikkelen van gebruikersspecifieke toepassingen.	Learn
the history	de geschiedenis	Learn
the hobby	de hobby	Learn
the holder	de houder	Learn
the hole	het gat	Learn
The hole is narrow.	Het gat is nauw.	Learn
The hole is two meters wide.	Het gat is twee meter breed.	Learn
the holes	de reten	Learn
the holiday	de vakantie	Learn
the holidays	de feestdagen	Learn
the holly	de hulst	Learn
the home	de woning	Learn
the homeless people	de daklozen	Learn
the homosexual	de homo	Learn
the honour	de onderscheiding	Learn