Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - T

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Dutch Recording Learn
the music

de muziek
the seam

de naad
the name

de naam
the name of

de naam van
the surname, first name and date of birth

de naam, voornaam en de geboortedatum
the byline

de naamregel
the closeness

de nabijheid
the night

de nacht
the nightclub

de nachtclub
the nights

de nachten
the nightgown

de nachtpon
the nails

de nagels
the late afternoon

de namiddag
the nationalists

de nationalisten
the nationality

de nationaliteit
the nature

de natuur
the belly button

de navel
the defeat

de nederlaag
the settlement

de nederzetting
the cousin

de neef
the rainfall; the precipitation

de neerslag
the neck

de nek
the nest

de nest
the nose

de neus
the rhinoceros

de neushoorn
the cousin

de nicht
the kidney

de nier
the new detention houses

de nieuwe detentiehuizen
The new owner has ambitious plans for the operation of the theater.

De nieuwe eigenaar heeft ambitieuze plannen voor de uitbating van het theater.
the new prison

de nieuwe gevangenis
the new rules

de nieuwe regels
The new sculpture in the park is a real eye-catcher.

De nieuwe sculptuur in het park is een echte blikvanger.
the new time, just what you say

de nieuwe tijd, net wat u zegt
the new expressions

de nieuwe uitdrukkingen
The New Year's sun rose and shone upon a little corpse.

De nieuwjaarszon ging over het kleine lijkje op.
the necessary arrangements

de nodige schikkingen