English-Dutch Dictionary - P

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1356) B (616) C (991) D (685) E (434) F (568) G (334) H (817) I (1379) J (102) K (66) L (425) M (587) N (315) O (329) P (728) Q (29) R (435) S (1480) T (5915) U (124) V (115) W (855) Y (302) Z (13)

English	Dutch Sort descending	Learn
passions	hartstochten	Learn
port	haven	Learn
porridge	havermoutpap	Learn
Please help me!	Help me alstublieft!	Learn
Possession of firearms is a misdemeanor.	Het bezit van vuurwapens is een wanbedrijf.	Learn
Preparing, documenting and maintaining development processes.	Het opstellen, documenteren en onderhouden van ontwikkelprocessen.	Learn
panting	hijgend	Learn
pastimes	hobby’s	Learn
proud	hoogmoedig	Learn
Please keep your eyes wide open!	Houd je ogen wijd open alsjeblieft.	Learn
pet	huisdier	Learn
paced	ijsbeerde	Learn
put on (past participle)	ingeschakeld	Learn
profound	ingrijpende	Learn
punctuation	interpunctie	Learn
pity	jammer	Learn
persimmon	kaki	Learn
Please clear the plates.	Kan u afruimen.	Learn
pile-up	kettingbotsing	Learn
pile-ups	kettingbotsingen	Learn
pebbles	kiezels	Learn
physical therapist	kinesist	Learn
Put some clothes on.	Kleed je aan!	Learn
poltergeist	klopgeest	Learn
pretty	knap	Learn
pretty (long form)	knappe	Learn
pinch	kneep	Learn
pinches	knelt	Learn
Please come downstairs.	Kom naar beneden, alsjeblieft.	Learn
power	kracht	Learn
powerless	krachteloze	Learn
powerful	krachtig	Learn
petulantly	kribbig	Learn
prisoners of war	krijgsgevangenen	Learn
Prisoners of war have rights according to the treaty.	Krijgsgevangenen hebben rechten volgens het verdrag.	Learn
piece of chalk	krijtje	Learn