Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - H

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1356) B (616) C (991) D (685) E (434) F (568) G (334) H (820) I (1381) J (102) K (66) L (425) M (587) N (315) O (329) P (728) Q (29) R (435) S (1482) T (5919) U (124) V (115) W (856) Y (302) Z (13)
English Dutch Sort descending Recording Learn
He constantly criticizes other people.

Hij bekritiseert voortdurend andere mensen.

He also promised a strong foreign policy.

Hij beloofte ook een sterk buitenlands beleid.

He realized uneasily that everyone was staring at him.

Hij besefte onbehaaglijk dat iedereen hem aanstaarde.

He offered assistance to the crippled old woman.

Hij bood hulp aan de kreupele oude vrouw.

He bent forward eagerly.

Hij boog zich gretig voorover.

He broke his collar bone.

Hij brak zijn sleutelbeen.

He opened the door.

Hij deed de deur open.

He bears the responsibility.

Hij draagt de verantwoordelijkheid.

He drinks milk.

Hij drinkt melk.

He wore a classy outfit to the party.

Hij droeg een deftige outfit naar het feest.

He drank poison and died.

Hij dronk gif en stierf.

He gave the dog a bone.

Hij gaf een bot aan de hond.

He gave me an example.

Hij gaf me een voorbeeld.

He ordered me to stand up.

Hij gaf me het bevel om op te staan.

He acted very arrogantly during the conversation.

Hij gedroeg zich erg verwaand tijdens het gesprek.

He gave a big yawn!

Hij geeuwde uitbundig.

He went there in person.

Hij ging er persoonlijk naar toe.

He grabbed the chance to get a job.

Hij greep de gelegenheid aan om werk te krijgen.

He grabbed me by the collar.

Hij greep me bij mijn kraag.

He had asked for 50 euros.

Hij had 50 euro gevraagd.

He had never looked so disturbed.

Hij had er nog nooit zó gestoord uitgezien.

He had no defense against it.

Hij had geen verweer waartegen.

He had nightmares.

Hij had nachtmerries.

He acted purely out of self-interest.

Hij handelde louter uit eigenbelang.

He’s acting out of spite.

Hij handelt uit rancune.

he has

hij heeft

He has dishonored the family.

Hij heeft de familie onteerd.

He has a beard.

Hij heeft een baard.

He ordered a beer.

Hij heeft een bier besteld.

He has a foreign car.

Hij heeft een buitenlandse wagen.

He has a hearty laugh.

Hij heeft een gulle lach.

He has a dog.

Hij heeft een hond.

He discovered a new star.

Hij heeft een nieuwe ster ontdekt.

He has a body piercing.

Hij heeft een piercing.

He has a gun.

Hij heeft een pistool.

He has a creative capacity that is admirable.

Hij heeft een scheppend vermogen dat bewonderenswaardig is.