English-Dutch Dictionary - C

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)

English Sort ascending	Dutch	Learn
contact person	contactpersoon	Learn
contact form	contactformulier	Learn
contact	contact	Learn
consulted	geraadpleegd	Learn
Consultation Committee	Overlegcommissie	Learn
consultation	overleg	Learn
consultable	raadpleegbaar	Learn
consult (2nd person singular)	raadpleeg	Learn
consulate	consulaat	Learn
construction; building	bouw	Learn
construction site	bouwplaats	Learn
construction project	bouwproject	Learn
construction	aanleg	Learn
constituency	kieskring	Learn
constipation	verstopping	Learn
Consternation followed the news.	Na het nieuws volgde ontsteltenis.	Learn
consternation	ontsteltenis	Learn
constant delivery	constante levering	Learn
constant	constante	Learn
conspiracy to disseminate false information	samenzwering met het oog om valse informatie te verspreiden	Learn
conspiracy against the state	samenzwering tegen de staat	Learn
conspiracy	samenzwering	Learn
consonant	consonant	Learn
consists of (part 2)	uit
consists of	bestaat uit	Learn
consists (3rd person singular)	bestaat	Learn
consistency	samenhang	Learn
considered	aanzien	Learn
considerable; substantial	behoorlijk	Learn
considerable delay	flinke vertraging	Learn
Considerable amounts are involved in drug trafficking.	Met de handel in verdovende middelen zijn aanzienlijke bedragen gemoeid.	Learn
considerable	aanzienlijk	Learn
considerable (long form)	aanzienlijke	Learn
Consider your options carefully.	Overweeg uw opties zorgvuldig.	Learn
Consider the advantages and disadvantages before deciding.	Denk aan de voordelen en de nadelen vooraleer te beslissen.	Learn
Consider divorce.	Overweeg echtscheiding.	Learn