Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 3rd person plural) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Emerging markets are tumbling down.

Groeilanden tuimelen naar beneden.

We’re all married men.

We zijn allemaal getrouwde mannen.

These mosquitos are eating me alive!

Die muggen verslinden mij levend!

Let us briefly outline a concrete case.

We schetsen even een concreet geval.

These pearls are genuine, not artificial.

Deze parels zijn echt, niet kunstmatig.

We concede your right to this property.

We erkennen je recht op dit eigendom.

We need to secure the gangplank firmly.

We moeten de valreep stevig vastmaken.

We hope many of you will come.

We hopen dat veel van jullie zullen komen.

Spray cans are handy for graffiti.

Spuitbussen zijn handig voor graffiti.

We must overcome every obstacle.

We moeten ieder obstakel overwinnen.

When are the meetings?

Wanneer zijn de vergaderingen?

Bribery and corruption are crimes.

Omkoping en corruptie zijn misdaden.

We have walked many miles.

We hebben vele kilometers gelopen.

The Flemish are devoted to the car.

Vlamingen zijn verknocht aan de auto.

Politicians need two years of delousing

Politici moeten twee jaar ontluizen

His illustrious deeds are legendary.

Zijn roemruchte daden zijn legendarisch.

Many prisoners of war have been reported.

Er zijn veel krijgsgevangenen gemeld.

We need to maintain the momentum during the race.

We moeten de schwung behouden tijdens de race.

his horses are faster than eagles

zijn paarden zijn sneller dan adelaars

A front door and a window were damaged.

Een voordeur en een raam zijn beschadigd.