Ik denk dat Tom geen flauw benul heeft van waar Mary nu is.
Daar liep nu het kleine meisje op blote voeten, die rood en blauw van de kou waren.
De Kerstlichtjes stegen al hoger en hoger: zij zag ze nu als sterren aan den hemel.
“Piefpafpoef!” klonk het weer, en nu vlogen er gehele scharen wilde ganzen uit het riet op.
Al de ramen waren helder verlicht, en het rook heerlijk naar ganzengebraad; want het was oudejaarsavond.
de minuut
elke minuut
een tijdperk
het tijdperk
de komende dagen
We gaan skiën morgen.
veel gereis deze maand
Ik ga vandaag mijn haar wassen.
De tweede meest voorkomende kwaal, gewrichtsaandoeningen, hield de leerkrachten 230.000 dagen thuis.
We hebben morgen een wiskunde toets.
Ik wens je wat warmte in kil-grijze dagen.
Die weerstand is nu helemaal weg.
Gisteren was er een aardbeving.
Ik vraag me af of Tom vroeg is vertrokken.
schrijf binnen dit kader nu zelf een gedicht
