want haar oude grootmoeder, de enige die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt.
Vandaag heb je gefaald.
“Kijk eens! Nu moeten wij nog het aanhangsel krijgen, alsof wij al niet talrijk genoeg waren! En foei! wat ziet dat ene eendje er uit! Dat willen wij hier niet hebben!”
We gaan morgen verhuizen.
Vroeger reed mijn vader een Kever.
Is hij aanspreekbaar nu?
naarmate de dagen verstreken
Jij ging gisteren voetballen.
Yanni heeft meer monden te voeden nu.
Tegen de avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welke kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan.
Je hebt het te vroeg uit de oven gehaald.
Ik heb iets geleerd vandaag, dankzij jou.
Vroeger was ik verliefd op de juffrouw.
“Kwak, kwak!” zeide zij, en het ene eendje na het andere plofte er nu ook in; het water spatte hun om de kop, en zij doken even onder, maar kwamen al spoedig weer boven en zwommen uitmuntend.
Vandaag is een koude, regenachtige dag.
Pinksteren is een christelijke feestdag.
Zo lag het twee hele dagen; toen kwamen er twee wilde ganzen of, liever gezegd, genten naar hem toe; het was nog niet lang geleden, dat zij uit het ei gekropen waren, en daarom waren zij zo overmoedig.
Mensen die vroeg naar bed gaan en vroeg opstaan, leven lang.
Waar was je op de avond dat de fabriek platbrandde?
Hij heeft zich bekeerd en woont nu als pater in een abdij.