Het was liefde op het eerste gezicht.
een klein ventje met muiskleurig haar
Een baard maakt je nog geen filosoof.
om je haar te borstelen
het water droop haar uit het haar en de kleren
Zijn mond voelde plotseling kurkdroog aan.
want de pijl had een pees in zijn hals getroffen
Ze had het sipste gezicht dat Harry ooit gezien had.
de tong hing hem uit de bek, en zijn ogen schoten vlammen
Nu klapte hij met zijn vleugels, richtte zijn slanke hals op en jubelde van ganser harte
Nu gevoelde het zich geheel beschaamd en stak zijn kop onder zijn vleugels
En terstond vloog er een oude eend naar het arme beest toe en beet het in de nek.
zo prettig, het boven zijn kop te laten uitspatten en op de grond te duiken.
maar zij had een slecht gezicht, en daarom dacht zij, dat het eendje een vette eend was, die verdwaald was geraakt
De sneeuwvlokken bedekten haar lang blond haar, dat in prachtige lokken op haar schouders neergolfde
de wang
Maar in den hoek, tegen den muur aangeleund, zat in de koude morgenstond het arme meisje met rode wangen en met een glimlach om de lippen
Bedek je ogen.
een nors gezicht
de wenkbrauw