Understand spoken Dutch

"you (singular)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
What kind of things do you do in your free time?

Wat soort dingen doe je in je vrije tijd?

You don’t have to worry about a thing like that.

Je hoeft je niet over zoiets zorgen te maken.

How often do you drink herbal tea?

Hoe vaak drink je kruidenthee?

and, see, she has a red patch on her leg

en, zie je wel, zij heeft een rood lapje om haar poot

Can you tell us more about your products?

Kan je ons meer vertellen over je producten?

“You are all together, right?” she continued and stood up.

“Je bent toch allemaal wel bij elkaar?” vervolgde zij en stond op.

“Listen, companion!” they said; “You are so ugly that you fit well with us.”

“Hoor eens, kameraad!” zeiden zij; “je bent zo lelijk, dat je goed bij ons past.”

I tell you the truth, although you might find it unpleasant, but that is a proof of my friendship

Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn

I’ll assist you.

Ik help je.

Do you like fish?

Hou je van vis?

Do you have beans?

Heb je bonen?

Keep your decency and bow to the old duck you see there: that is the most important of all; she is of Spanish descent, which is why she is so fat.

Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend, die je daar ziet: dat is de voornaamste van alle; zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik.

Yes, I understand you.

Ja, ik versta je.

Can I kiss you?

Mag ik je kussen?

I like you.

Ik vind je aardig.

Do you like beef?

Hou je van rundsvlees?

What kind of music do you like?

Van welke muziek hou je?

Do you like pork?

Hou je van varkensvlees?

I’ll see you at lunch.

Ik zie je bij de lunch.

No, I don’t understand you.

Nee, ik versta je niet.