Understand spoken Dutch

"was" Practice Dutch lesson

Recording English Sort descending Dutch Status
It was summer, the corn was ripe, the hay stood on the green pastures and the stork was walking on its long, red legs and talking Egyptian; because he had learned this language from his mother.

Het was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, rode poten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd.

It was terribly cold, snow was falling and it was already starting to get dark.

Het was snerpend koud, het sneeuwde en begon al donker te worden.

it was the last evening of the year.

het was de laatste avond van het jaar.

It was the only thing I could do.

Het was het enige ding dat ik kon doen.

It was wonderful outside on the land.

Het was heerlijk buiten op het land.

it wasn’t serious

het was geen serieuze

I’m glad you weren’t there.

Ik ben blij dat je er niet was.

Lit up by the blazing sun, there stood an old castle, that was surrounded by a deep canal, and from the wall to the water thick brushwood was growing.

Door de glans der zon beschenen, stond daar een oud kasteel, dat door een diepe gracht omgeven was, en van de muur tot aan het water groeide dicht kreupelhout.

No one could imagine the beautiful things she had seen, nor into what glory she had entered with her grandmother, on New Year’s Day.

Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.

Now it noticed that the door had come out of one hinge and slanted so badly that it could sneak through the gap into the room, and that is what it did.

Nu bemerkte het, dat de deur uit het ene scharnier geraakt was en zo scheef hing, dat het door de reet in de kamer kon sluipen, en dit deed het dan ook.

Now the tomcat was the master of the house, and the hen was mistress, and they always said, “We and the world,”

En de kater was heer in huis, en de kip was er zo goed als vrouw, en altijd zeiden zij: «Wij en de wereld!»

Now they realized that she was a real princess, because she had felt the pea through the twenty mattresses and twenty feather-down quilts.

Nu merkten zij, dat zij een echte prinses was, omdat zij door de twintig matrassen en de twintig donzen bedden heen de erwt gevoeld had.

Oh, it was so beautiful here, so wonderful.

O, hier was het zo schoon, zo heerlijk.

on it, stood splendid porcelain crockery, and a steaming roast goose, stuffed with apples and dried plums.

daarop stond prachtig porseleinen vaatwerk, en heerlijk dampte de gebraden gans, die met appelen en gedroogde pruimen opgevuld was.

once upon a time

er was eens

Once upon a time there was a prince who wanted to marry a princess; but it had to be a real princess.

Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn.

One evening a strong thunderstorm came; there was thunder and lighting, the rain was pouring down, it was terrible weather!

Op zekeren avond kwam er een geducht onweer opzetten; het lichtte en donderde, de regen viel bij stroomen neer, het was een verschrikkelijk weer!

One slipper was nowhere to be found, and the other one was taken by a boy who ran off with it.

De ene pantoffel was niet weer te vinden, en de andere had een jongen opgeraapt en snelde er mee weg.

She laid good eggs, and the woman loved her as if she had been her own child.

Zij legde heerlijke eieren, en de vrouw had haar zo lief, alsof zij haar kind was.

she was

zij was