Ik voelde me veilig wanneer hij bij me was.
ik was
Ik was de ramen nooit.
ik was een kind en wist niet beter dan dat ’t nooit voorbij zou gaan
Ik was vergeten dat het Tom zijn verjaardag was vandaag.
Ik was zo kalm als een komkommer.
Ik wist niet dat Mary jouw dochter was.
Ik wist niet dat Mary jouw kleindochter was.
Ik wist niet dat Mary jouw vrouw was.
Ik wist niet dat Tom jouw zoon was.
Ja, het was werkelijk heerlijk daar buiten op het land!
Je zei dat dat belangrijk was.
jij was
Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
maar zij had een slecht gezicht, en daarom dacht zij, dat het eendje een vette eend was, die verdwaald was geraakt
Na de brand was er veel as.
Nadat hij op het festival was geweest, had hij last van zijn gehoor.
Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.
Nu bemerkte het, dat de deur uit het ene scharnier geraakt was en zo scheef hing, dat het door de reet in de kamer kon sluipen, en dit deed het dan ook.
Nu merkten zij, dat zij een echte prinses was, omdat zij door de twintig matrassen en de twintig donzen bedden heen de erwt gevoeld had.