Understand spoken Dutch

Verbs (infinitives) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I knew you were trouble the minute I saw you. Zodra ik je zag, wist ik dat je ellende zou brengen.
So it is wrong, we must change Het is dus verkeerd, we moeten het veranderen
Here’s a list of things that Tom needs to do. Hier is een lijst met dingen die Tom moet doen.
I usually take a bath before going to bed. Meestal neem ik een bad vooraleer ik ga slapen.
When will the next concert happen? Wanneer zal het volgende concert optreden?
Tom couldn’t tell one twin from the other. Tom kon de tweeling niet uit elkaar houden.
Nobody can foresee what’ll happen. Niemand kan voorzien wat er gaat gebeuren.
Travelling abroad is not recommended. Reizen naar het buitenland wordt afgeraden.
That wasn’t a hard call to make. Dat was geen moeilijke beslissing om te maken.
They think maybe Tom had a heart attack. Ze denken dat Tom misschien een hartaanval had.
I would be grateful if you could do that for me. Ik zou dankbaar zijn als je dat voor me zou willen doen.
and along my father’s garden path I saw the tall trees standing en langs het tuinpad van m’n vader zag ik de hoge bomen staan
A storm prevented the plane from taking off. Door een storm is het vliegtuig niet kunnen vertrekken.
Once upon a time there was a prince who wanted to marry a princess; but it had to be a real princess. Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn.
Try your best to lay eggs, or to purr or let sparks come out of your body. Doe je best maar om eieren te leggen of te spinnen of vonken uit je lijf te laten komen.
to do the laundry de was doen
to resemble lijken op
making aan het zetten
to stay healthy gezond blijven
to get up early vroeg opstaan