Understand spoken Dutch

"to want" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I would like to see that.

Ik zou dat wel eens willen zien.

I would like to see her every day.

Ik zou haar elke dag willen zien.

I’d like to know what you plan to do.

Ik zou willen weten wat je van plan bent.

I’d like to live on a farm.

Ik zou graag op een boerderij willen wonen.

We have to leave now if we want to get home before dark.

Wanneer we voor het donker thuis willen zijn, dan moeten we nu op pad gaan.

I’d like a glass of water.

Ik zou wel een glas water willen.

I don’t think anyone would want to read this book a second time.

Ik denk niet dat iemand dit boek een tweede keer zou willen lezen.

I wish you could make it into something else

ik zou wel willen, dat je dat eens wat anders kon maken

“She tried to warm herself,” said some.

«Zij heeft zich willen warmen!» zei men.

I would be grateful if you could do that for me.

Ik zou dankbaar zijn als je dat voor me zou willen doen.

Surely you don’t want to be wiser than the tomcat and the woman.

Je zult toch wel niet wijzer willen zijn dan de kater en de vrouw.

We want justice.

We willen gerechtigheid.

We want to renovate the bedroom.

Wij willen de slaapkamer renoveren.

We therefore want to get around the table as quickly as possible in order to forge a strong coalition.

Wij willen dan ook zo snel mogelijk aan tafel om een sterke coalitie te smeden.

“Look at that! Now we wil get additional ones, as if we are not enough already! And gosh! that one duckling looks so ugly! We don’t want that here! ”

“Kijk eens! Nu moeten wij nog het aanhangsel krijgen, alsof wij al niet talrijk genoeg waren! En foei! wat ziet dat ene eendje er uit! Dat willen wij hier niet hebben!”

My parents want to divorce.

Mijn ouders willen scheiden.

I’d like to be Picasso.

Ik zou wel willen Picasso zijn.