Understand spoken Dutch

"that" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
So now the little girl was walking barefoot, her feet were now red and blue from the cold.

Daar liep nu het kleine meisje op blote voeten, die rood en blauw van de kou waren.

Inside there was a terrible noise; because there were two families disputing each other’s possession of an eel head, and finally the cat still got it.

Daarbinnen was een verschrikkelijk rumoer; want daar waren twee families, die elkaar het bezit van een palingkop betwistten, en eindelijk kreeg de kat die toch.

on it, stood splendid porcelain crockery, and a steaming roast goose, stuffed with apples and dried plums.

daarop stond prachtig porseleinen vaatwerk, en heerlijk dampte de gebraden gans, die met appelen en gedroogde pruimen opgevuld was.

In this way, the victim support service is systematically involved.

De dienst slachtofferonthaal wordt op die manier systematisch betrokken

this one was larger and even more beautiful than the one which she had seen through the glass door at the rich merchant’s.

deze was nog groter en prachtiger dan die, welke zij door de glazen deur bij de rijke koopman gezien had.

that very rich jellyfish

die heel rijke kwal

That coffee is lukewarm.

Die koffie is lauw.

That man over there is the same man I saw in the park yesterday afternoon.

Die man daar is dezelfde man die ik gisteren namiddag in het park zag.

That pear is green.

Die peer is groen.

Thousands of lights were burning upon the green branches and coloured pictures, like those she had seen in the show-windows, looking down upon her.

Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer.

a cart that rattles on the cobblestones

een kar die ratelt op de keien

A semi-trailer is a trailer that does not have its own front axle and of which an important part of the weight rests on the towing vehicle (the tractor).

Een oplegger is een aanhangwagen, die geen eigen vooras heeft en waarvan dus een belangrijk deel van het gewicht op het trekkend voertuig (de trekker) rust.

A pole is a stick used to jump over objects.

Een polsstok is een stok die gebruikt wordt om over objecten te springen.

a branch that was as thick as a python

een tak die zo dik was als een python

A torch is a stick that gives light by means of fire.

Een toorts is een stok die door middel van vuur licht geeft.

A guardrail is a barrier placed next to roads.

Een vangrail is een barrière die naast wegen wordt geplaatst.

Every adult I know drinks beer.

Elke volwassene die ik ken drinkt bier.

There’s only one shop that sells this book.

Er is maar één winkel die dit boek verkoopt.

He now felt so glad at all the suffering and hardships which he had undergone.

Het gevoelde zich nu verheugd over al de nood en de ontberingen, die het doorgestaan had.

It were very large slippers, which only her mother had worn so far, that’s how big they were.

Het waren heel grote pantoffels, die haar moeder tot dusverre gedragen had, zo groot waren zij.