Understand spoken Dutch

"sometime; once" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
She rarely got visitors, because the other ducks preferred to swim in the canal, than to come out of the water to talk to her.

Daarbij kreeg zij zelden bezoek, want de andere eenden zwommen liever in de gracht rond, dan dat zij eens uit het water kwamen om met haar te praten.

We will try that!

Dat zullen wij eens proberen!

The duck looked at it.

De eend bekeek het eens.

once upon a time

er was eens

Once upon a time there was a prince who wanted to marry a princess; but it had to be a real princess.

Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn.

Put yourself in my position.

Ga eens in mijn schoenen staan.

The duckling expressed as his opinion, that it could be different, but the chicken was not able to do that.

Het eendje gaf als zijn mening te kennen, dat het toch ook wel eens anders zou kunnen zijn maar dat kon de kip niet velen.

It does not want to open; but look at the others: aren’t those the sweetest ducks that you have ever seen in your life?

Het wil maar niet opengaan; maar kijk eens naar de anderen: zijn dat niet de liefste eendjes, die je ooit van je leven gezien hebt?

He was once here.

Hij was eens hier.

I would like to see that.

Ik zou dat wel eens willen zien.

I wish you could make it into something else

ik zou wel willen, dat je dat eens wat anders kon maken

Let me see the egg!

Laat mij het ei eens zien!

one more time

nog eens

Now, that we will soon find out!

Nu, dat zullen we wel eens te weten komen!

Taste it.

Proef eens.

By the morning the wild ducks flew up and looked at their new companion.

Tegen de morgen vlogen de wilde eenden op en bekeken haar nieuwe kameraad eens.

Tell me something about yourself.

Vertel mij eens iets over jezelf.

ask the tomcat about it

vraag er de kater maar eens naar

Wait a minute!

Wacht eens!

Well, will you ever shut up?

Welnu, wil je dan wel eens zwijgen?