Understand spoken Dutch

"should; would (singular)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort ascending Status
Would you be interested?

Zou je geïnteresseerd zijn?

Could it perhaps be a turkey chick?

Zou het misschien een kalkoens kuikentje zijn?

She didn’t know what she could do here.

Ze wist niet wat ze hier zou kunnen doen.

Who would be able to understand you?

Wie zou je dan kunnen begrijpen?

When a 16-year-old does the same thing, that is deviant behaviour and can be responded to.

Waneer een 16-jarige hetzelfde zou doen, is dat afwijkend gedrag en kan er wel op gereageerd worden.

For sure, her father would beat her, and at home it was also cold.

Van haar vader zou zij zeker slaag krijgen, en thuis was het ook koud.

Tom would never let me do that.

Tom zou me dat nooit laten doen.

Tom thought it was going to hurt.

Tom dacht dat het pijn zou doen.

Towards evening it reached a small, shabby farm hut; it was so dilapidated that it did not know to which side it would fall, and that is why it stayed up

Tegen de avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welke kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan.

But to tell all the distress and misery the duckling had to endure in that harsh winter would be too dire.

Maar al de nood en de ellende, welke het eendje in die strenge winter moest doorstaan, te vertellen, zou te akelig zijn.

Line twelve only comes in half an hour, but line five should be here in three minutes.

Lijn twaalf komt pas over een half uur, maar lijn vijf zou hier over drie minuten moeten zijn.

it will have to go in the water, even if I have to push it in myself

in het water moet het, al zou ik het er ook zelf induwen

I’d like to know what you plan to do.

Ik zou willen weten wat je van plan bent.

I wish you could make it into something else

ik zou wel willen, dat je dat eens wat anders kon maken

I’d like to be Picasso.

Ik zou wel willen Picasso zijn.

I’d like a glass of water.

Ik zou wel een glas water willen.

I could use some advice.

Ik zou wat advies kunnen gebruiken.

I would rather do management now.

Ik zou nu liever management doen.

I could never hate you.

Ik zou je nooit kunnen haten.

I would like to see her every day.

Ik zou haar elke dag willen zien.