Pronouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
Recording	EnglishI urgently need help.	DutchIk heb dringend hulp nodig.	Status
Recording	EnglishShe wasn’t able to meet him.	DutchZe kon hem niet ontmoeten.	Status
Recording	Englishall that time I write in chalk	Dutchal die tijd schrijf ik in krijt	Status
Recording	EnglishWe feel very safe here.	DutchWe voelen ons hier erg veilig.	Status
Recording	EnglishAre you trying to sell those?	DutchProbeer je deze te verkopen?	Status
Recording	EnglishIt makes no sense.	DutchHet heeft geen betekenis.	Status
Recording	EnglishI have dishonoured my family.	DutchIk heb mijn familie onteerd.	Status
Recording	EnglishMy hard drive is almost full.	DutchMijn harde schijf is bijna vol.	Status
Recording	EnglishWhenever I think of you, I thank God.	DutchTelkens als ik aan u denk, dank ik God.	Status
Recording	Englishbut we don’t care	Dutchmaar dat kan ons niet schelen	Status
Recording	EnglishShe is busy in the utility room.	DutchZe is bezig in de bijkeuken.	Status
Recording	EnglishThis picture was taken last year.	DutchDeze foto is vorig jaar genomen.	Status
Recording	EnglishHe is such a lucky guy.	DutchHij heeft zodanig veel geluk.	Status
Recording	EnglishHe has dishonoured the family.	DutchHij heeft de familie onteerd.	Status
Recording	EnglishThose claims are false.	DutchDie beweringen zijn onjuist.	Status
Recording	EnglishI never liked him anyway.	DutchIk vond hem sowieso niet leuk.	Status
Recording	EnglishSave it on the external hard drive.	DutchSla het op op de externe harde schijf.	Status
Recording	EnglishWhen are we going to the beach?	DutchWanneer gaan we naar het strand?	Status
Recording	EnglishHis opinion is worthless.	DutchZijn mening is waardeloos.	Status
Recording	EnglishI had good teachers.	DutchIk heb goede leerkrachten gehad.	Status