Pronouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I cut myself.	Ik heb mezelf gesneden.
	this happy day	deze heugelijke dag
	Everyone ran for cover.	Iedereen zocht dekking.
	This meadow abounds in frogs.	Deze wei zit vol kikkers.
	We sat in total silence.	We zaten in doodse stilte.
	I liked the French course.	De cursus Frans beviel me.
	My cat has disappeared.	Mijn kat is verdwenen.
	I need to mute the sound.	Ik moet het geluid dempen.
	I like Arabic.	Arabisch bevalt me wel.
	Press any key.	Druk op eender welke toets.
	I was contributing.	Ik leverde een bijdrage.
	She quit the company.	Ze heeft de firma verlaten.
	It can be rebuilt.	Men kan het herbouwen.
	May I come in?	Mag ik binnenkomen?
	Have you packed your bags?	Heb je je tassen ingepakt?
	Your interest comes first.	Jouw belang staat voorop.
	I claim that is not true.	Ik beweer dat dat niet waar is.
	His words offered comfort.	Zijn woorden boden troost.
	He will come to live with us.	Hij zal bij ons komen wonen.
	Can you drop me here?	Kunt u mij hier afzetten?