Pronouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Where are the passports?	Waar zijn de paspoorten?
	They heard the lock creaking.	Ze hoorden het slot knarsen.
	Do you have anything cheaper?	Heeft u iets goedkopers?
	I like to be submissive.	Ik ben graag onderdanig.
	Flattery will get you nowhere.	Met vleierij bereik je niets.
	He will perform tonight.	Hij zal vanavond optreden.
	He cut off a branch from the tree.	Hij knipte een tak van de boom.
	We’re telepathic.	We zijn telepathisch.
	It’s the perfect opportunity.	Het is de ideale gelegenheid.
	Are you checking the result?	Polsen jullie het resultaat?
	I wonder whether Tom is unmarried.	Ik vraag me af of Tom single is.
	I’ve lived in Australia.	Ik heb in Australië gewoond.
	You might try that.	Misschien probeer je dat.
	I had a hectic week.	Ik had een hectische week.
	The lion devours its prey.	De leeuw verslindt zijn prooi.
	I am happy to introduce my friend.	Ik stel u graag mijn vriend voor.
	I hope to fill them in straight away.	Ik hoop ze meteen in te vullen.
	Do you know what time I take the train?	Weet jij hoe laat ik de trein neem?
	How many times a week do you take a bath?	Hoe vaak per week neem je een bad?
	His commitment was sincere.	Zijn toezegging was oprecht.