Understand spoken Dutch

"poor (long form)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
The poor beast!

Het arme beest!

The poor duckling had it very bad already.

Het arme eendje had het al heel slecht.

that poor, ugly animal

dat arme, lelijke beest

That was a fright for the poor duckling.

Dat was een schrik voor het arme eendje.

The poor duckling did not know what to do

Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren

poor guy

arme kerel

But the poor duckling that had hatched last and looked so ugly was bitten, bumped and fooled by both the ducks and the chickens.

Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.

“Kill me!” Said the poor beast.

«Dood mij maar!» zei het arme beest.

The woman screamed, and struck the poor animal with the tongs.

De vrouw schreeuwde en sloeg met de tang naar het arme beest.

And immediately an old duck flew to the poor beast and bit it in the neck

En terstond vloog er een oude eend naar het arme beest toe en beet het in de nek.

The poor animal did not know what these birds were called nor where they were flying to

Het arme beest wist niet, hoe die vogels heetten, ook niet, waar zij naar toe vlogen

Shivering with cold and hunger, the poor little girl crept along as the picture of pitty and misery.

Sidderend van koude en honger sloop de arme kleine voort als een beeld van jammer en ellende!

the goose jumped off the plate, waddled across the floor, with a knife and fork in its breast, and came towards the little girl.

de gans sprong van den schotel naar beneden, waggelde over den vloer, met mes en vork in de borst, en kwam naar het arme meisje toe.

But in the corner, sat in the dawn of the morning whilst leaning against the wall; the poor little girl, with pale cheeks and smiling mouth

Maar in den hoek, tegen den muur aangeleund, zat in de koude morgenstond het arme meisje met rode wangen en met een glimlach om de lippen

The poor duckling was teased by all; even his sisters were angry with him and kept saying, “If only the cat grabbed you, you ugly creature!”

Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”

First later on the day it became quiet; but the poor duckling did not dare to get up yet; it waited several hours more, before it turned around, and then it rushed out of the swamp as fast as it could.

Eerst laat op de dag werd het stil; maar het arme eendje durfde nog niet opstaan; het wachtte nog verscheidene uren, voordat het omkeek, en toen snelde het uit het moeras weg, zo vlug als het maar kon.