"in" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	in the autumn	in de herfst
	in the east	in het oosten
	in the north	in het noorden
	to seize	in beslag nemen
	Is there a TV in the room?	Is er een TV in de kamer?
	Yanni lives in fear.	Yanni leeft in angst.
	in the interest of the wolf	in het belang van de wolf
	There’s a hole in the bucket.	Er zit een gat in de emmer.
	In his hand, lead became gold.	In zijn hand werd lood goud.
	I fell asleep while I was watching TV.	Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.
	Paris is in the north.	Parijs ligt in het noorden.
	The car has been seized.	De auto is in beslag genomen.
	Splash! there she jumped into the water.	Plof! daar sprong zij in het water.
	She puts a lot of sugar in her coffee.	Ze doet veel suiker in haar koffie.
	There are too many cars in the big cities.	Er zijn te veel wagens in de grote steden.
	Tom and Mary live in the same building.	Tom en Mary wonen in hetzelfde gebouw.
	They speak English in the United States.	Ze spreken Engels in de Verenigde Staten.
	the farm children in the classroom	de boerenkind’ren in de klas
	and they clapped their hands and danced around	en zij klapten in de handen en dansten in de rondte
	The books in the library are blue, not red.	De boeken in de bibliotheek zijn blauw, niet rood.