Animals Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	stray dog	zwerfhond
	the pig	het varken
	The dog is black.	De hond is zwart.
	Horses eat grass.	Paarden eten gras.
	I eat a lot of pork.	Ik eet veel varken.
	that poor, ugly animal	dat arme, lelijke beest
	Owls are my favourite animals.	Uilen zijn mijn favoriete dieren.
	“Well, that is also a great pleasure!”, said the hen	“Nu, dat is ook een heel plezier!” zei de kip.
	the cow	de koe
	a cow	een koe
	quill	ganzenveer
	The dog ate the cake.	De hond at de taart.
	stray cats	zwerfkatten
	An owl is a bird.	De uil is een vogel.
	We’ve got five cats.	We hebben vijf katten.
	She really likes cats a lot.	Ze houdt heel erg van katten.
	the wolf	de wolf
	the raven	de raaf
	a wolf	een wolf
	a raven	een raaf