Animals Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I want a dish with fish.	Ik wil een gerecht met vis.
	the owls	de uilen
	the geese	de ganzen
	the dogs	de honden
	the brown chicken	de bruine kip
	What do owls eat?	Wat eten uilen?
	I’m afraid of owls.	Ik ben bang voor uilen.
	Tom has three dogs.	Tom heeft drie honden.
	When do owls sleep?	Wanneer slapen uilen?
	My cat is happy.	Mijn kat is gelukkig.
	Owls can see in the dark.	Uilen kunnen in het donker zien.
	the chickens	de kippen
	the horses	de paarden
	bird species	vogelsoorten
	the goldfish	de goudvis
	Horses are animals.	Paarden zijn dieren.
	the animal	het dier
	the horse	het paard
	stray cat	zwerfkat
	stray dog	zwerfhond