Ik ben van niets bang.
Ik ben bang om alleen te zijn.
Dit is wat ik drink wanneer ik bij Tom ben.
Ik ben niet verantwoordelijk voor deze fout.
Ik ben nooit in de Verenigde Staten geweest.
Ik ben ziek.
Vertel niemand dat ik hier ben.
Ik ben moe maar ik kan nog niet slapen.
Ik ben het vergeten.
Ik ben blij dat je er niet was.
Ik ben bang dat ik dat niet begrijp.
Ik ben op zoek naar een kamer met twee bedden.
Ik ben klaar.
Ik ben gewond.
Ben ik verliefd?
Ik ben verliefd op jou.
Het spijt mij dat ik te laat ben.
Ik ben je dankbaar voor je hulp.
Ik ben heus niet van gisteren.
Ik ben drie keer getrouwd geweest.