Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	etc.	enz.
	Taste it.	Proef eens.
	Where’s your husband?	Waar is je man?
	added value	meerwaarde
	Is there warm water?	Is er warm water?
	Lunch is ready.	Lunch is klaar.
	Are you still busy?	Ben je nog bezig?
	Now came the autumn	Nu kwam de herfst
	Is there a TV in the room?	Is er een TV in de kamer?
	Tom doesn’t wear glasses.	Tom draagt geen bril.
	He’s always busy.	Hij is altijd bezig.
	Who benefits from it?	Wie heeft er baat bij?
	I do not play the piano.	Ik speel geen piano.
	I can’t play the piano.	Ik speel geen piano.
	We did everything together.	We deden alles samen.
	She got up.	Ze kwam overeind.
	Tom was very friendly.	Tom was heel aardig.
	when we started	toen we begonnen
	Do we have enough flour?	Hebben we genoeg meel?
	I like to play the piano.	Ik speel graag piano.