Ze spreekt geen Frans.
Ik dacht niet helder na.
Yanni was erg dronken.
Ze kwam snel overeind.
Hiervoor betaal ik niet.
Ze kwamen niet opdagen.
Ik had niet moeten bellen.
Yanni weet dat hij klaar is.
Ik ga even naar het toilet.
daar heeft niemand baat bij
Je moet ergens beginnen.
Ik spreek geen Nederlands.
Misschien zag Tom Mary.
Ik heb geen overige vragen.
Ze houdt heel erg van katten.
Gelukkig is Tom mijn baas niet.
Er is altijd iets gaande hier.
We moeten ergens beginnen.
We moeten meteen beginnen.
Tom woont hier niet in de buurt.