Understand spoken Dutch

Adverbs Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Do you feel the urge to urinate more frequently?

Voel je de drang om vaker te plassen?

Caterpillars often crawl on leaves.

Rupsen kruipen vaak op bladeren.

We laughed a lot afterwards.

We hebben nadien veel gelachen.

That guy happens to be a crook.

Die vent is toevallig een oplichter.

always lock your laptop

vergrendel altijd je laptop

Please don’t waste water.

Verspil alsjeblieft geen water.

The implication was clear.

De implicatie was duidelijk.

I remember every threat.

Ik herinner me elk dreigement.

definitely consult the website

raadpleeg dan zeker de website

suddenly flames flared up

plotseling vlammen oplaaiden

don’t let your zeal drop

laat uw ijver niet verslappen

John sat brooding by the fire.

Jan zat tobbend bij het haardvuur.

And the tomcat, whom she called her son, could arch his back and purr; he even gave sparks, but then one had to stroke his hair the wrong direction.

En de kater, die zij haar zoontje noemde, kon een hoge rug zetten en spinnen; hij gaf zelfs vonken van zich, maar dan moest men zijn haar de verkeerde kant opstrijken.

Yanni is popular in his school.

Yanni is populair in zijn school.

I’ve never drunk wine.

Ik heb nog nooit wijn gedronken.

Cats are very clean animals.

Katten zijn heel propere beesten.

You played football yesterday.

Jij ging gisteren voetballen.

There are two colors of redcurrants.

Er zijn twee kleuren aalbessen.

How much were the expenses?

Hoeveel bedroegen de onkosten?

He had always been a bit of an oddball.

Hij was altijd nogal een zonderling.