Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Can we sit there?	Kunnen we daar zitten?
	abroad	naar het buitenland
	Let’s not talk about money.	Laten we het niet over geld hebben.
	What time is supper?	Hoe laat is het avondeten?
	He didn’t know how to behave himself.	Het wist zelf niet, hoe het zich zou houden.
	Yanni is happy with it.	Yanni er er blij mee.
	Yanni was not happy.	Yanni was niet blij.
	I’m glad you weren’t there.	Ik ben blij dat je er niet was.
	You’re welcome.	Graag gedaan.
	I am back home.	Ik ben terug thuis.
	No one’s home.	Er is niemand thuis.
	What has Tom done?	Wat heeft Tom gedaan?
	I have not done that.	Ik heb dat niet gedaan.
	That isn’t difficult.	Dat is niet moeilijk.
	What have you done today?	Wat heb je vandaag gedaan?
	Tom didn’t do it.	Tom heeft het niet gedaan.
	Why did Yanni do that?	Waarom heeft Yanni dat gedaan?
	I had no idea that Tom was your son.	Ik wist niet dat Tom jouw zoon was.
	And so they were as good as home.	En zo waren zij er dan zo goed als thuis.
	still	nog steeds