Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
Recording	Englishfive to four	Dutchvijf voor vier	Status
Recording	EnglishWho works here?	DutchWie werkt hier?	Status
Recording	EnglishI will be back soon.	DutchIk kom snel terug.	Status
Recording	Englishtwenty five past two	Dutchvijf voor half drie	Status
Recording	Englishtwenty five past six	Dutchvijf voor half zeven	Status
Recording	EnglishTom is always here.	DutchTom is hier altijd.	Status
Recording	EnglishHe is always punctual.	DutchHij is altijd op tijd.	Status
Recording	EnglishDo you like to eat chicken?	DutchEet je graag kip?	Status
Recording	EnglishYou’re welcome.	DutchGraag gedaan.	Status
Recording	Englishquite by accident	Dutchheel toevallig	Status
Recording	EnglishWhat has Tom done?	DutchWat heeft Tom gedaan?	Status
Recording	EnglishCan we sit there?	DutchKunnen we daar zitten?	Status
Recording	EnglishI have not done that.	DutchIk heb dat niet gedaan.	Status
Recording	EnglishWhat do you have there? (you plural)	DutchWat hebben jullie daar?	Status
Recording	EnglishTom didn’t do it.	DutchTom heeft het niet gedaan.	Status
Recording	EnglishWhat have you done today?	DutchWat heb je vandaag gedaan?	Status
Recording	EnglishWhy did Yanni do that?	DutchWaarom heeft Yanni dat gedaan?	Status
Recording	Englishabroad	Dutchnaar het buitenland	Status
Recording	EnglishWhat time?	DutchHoe laat?	Status
Recording	EnglishWhat time is it?	DutchHoe laat is het?	Status