Hoe oud is hij?
Het is hier koud.
Ik ga van school af.
vijf voor half drie
vijf voor half zeven
Ze is niet zo oud als Mary.
Hoe doe je dat met je hand?
Hij is altijd op tijd.
Kunnen we daar zitten?
maar er kwamen geen eieren
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
Hoe laat?
heel snel
nog steeds
Hoe laat is het?
Dit is genoeg.
Dat is wel genoeg.
Tom zal te laat zijn.
Hoe laat gaat het open?
Ik weet wat ze gaan doen.