Mag ik wat meer?
Ik ben nog in leven.
Ze zijn niet zo goed in hun werk.
Niemand weet hoe lang hij zal leven.
Wat denk je van dit boek?
Ik wist wel dat je zou komen.
Weet je hoe ik daar kan komen?
Waar is het hoofd?
Waar zijn mijn ouders?
alleen jij
Ik ben zo terug.
Ik kan dit alleen.
alleen kinderen
Waar is zijn vader?
Laat mij het ei eens zien!
Hoe gaat het met je vader?
Ik ben tegen negen uur terug.
Yanni ging terug naar zijn kamer.
Ik heb geen geld.
Ik ben terug thuis.