dat Unstarted Summary The Dutch translation for “that” is dat. See also Recording English Dutch Learn that die Learn Examples of "that" in use There are 434 examples of the Dutch word for "that" being used: Recording English Dutch Learn They think maybe Tom had a heart attack. Ze denken dat Tom misschien een hartaanval had. Learn That’s your responsibility. Dat is jouw verantwoordelijkheid. Learn “Let me see the egg that won't open!” said the old duck. “Laat mij het ei, dat niet wil opengaan, eens zien!” zei de oude eend. Learn I thought you might be interested in this. Ik dacht dat je hiervoor wel belangstelling zou hebben. Learn he said I hadn’t taken my responsibility hij zei dat ik niet mijn verantwoordelijkheid nam Learn She’s really pissed off that she wasn’t given a raise. Ze is echt nijdig dat ze geen loonsverhoging heeft gekregen. Learn “Listen, companion!” they said; “You are so ugly that you fit well with us.” “Hoor eens, kameraad!” zeiden zij; “je bent zo lelijk, dat je goed bij ons past.” Learn That computer program brings nothing but misery. Dat computerprogramma brengt niets anders dan ellende. Learn I think it wouldn’t be too hard to come up with a better system. Ik denk niet dat het al te moeilijk is een beter systeem te verzinnen. Learn Keep your decency and bow to the old duck you see there: that is the most important of all; she is of Spanish descent, which is why she is so fat. Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend, die je daar ziet: dat is de voornaamste van alle; zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik. Learn Pagination First page « First Previous page ‹ Previous … Page 13 Page 14 Page 15 Page 16 Current page 17 Page 18 Page 19 Page 20 Page 21 … Next page Next › Last page Last » Themed Courses Miscellaneous 2 Part of Speech Courses Adjectives 1 Pronouns 1