Ben ik verliefd?
Ja, ik spreek Engels.
Ik speel graag piano.
Wat moet ik ze vertellen?
Ik wil een blik tomaten.
Ik heb wraak genomen.
Ik ga Tom straks bellen.
Ik heb ontslag genomen.
Ik ben verliefd op jou.
Hiervoor betaal ik niet.
Hij kan honkballen.
Yanni weet dat hij klaar is.
Ik ga even naar het toilet.
Ik overweeg dat te doen.
Je moet ergens beginnen.
Ik spreek geen Nederlands.
Ik spreek een beetje Frans.
Ik hou van mijn voorhuid.
Ik heb geen overige vragen.
Ik heb mijn bagage verloren.