De politie is op zoek naar de dief.
Ik wil zeggen dat het me spijt.
Het spijt mij dat ik te laat ben.
Ik heb problemen voorzien.
Overweeg het alsjeblieft.
Ik ben leerkracht engels.
Moet je de politie niet bellen?
Spreek langzaam en duidelijk.
Ik ben je dankbaar voor je hulp.
Ik heb niets verkeerd gedaan.
Ik vraag me af of Tom eerlijk is.
Ik ben bijna gestruikeld.
Ik moet er een melding van maken.
Ik spreek niet zo goed Nederlands.
Je moet het goede voorbeeld geven.
Ik overweeg naar Australië te gaan.
Hier is een lijst met dingen die Tom moet doen.
Het probleem kan op elk moment optreden.
Ik heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.
Niemand kan voorzien wat er gaat gebeuren.