Hij heeft zodanig veel geluk.
Hij heeft de familie onteerd.
Ik vond hem sowieso niet leuk.
Zijn mening is waardeloos.
Herhaal de vraag alstublieft.
Zijn prestaties werden erkend.
Ze is overmoedig, nietwaar?
Het leven is interessant.
Hij is uiteraard arm, maar hij is gelukkig.
Yanni wist dat zijn familie arm was.
Ik speel in een toneelstuk.
Je hebt sowieso een baan nodig.
Ik heb tandpasta nodig.
Ik geef de voorkeur aan de zwarte.
Ik ga wat tekst knippen en plakken.
Je bent een onmogelijk mens.
Ik heb nog nooit iets gestolen.
Breng me naar de kerk, alstublieft.
Ik heb wat batterijen nodig.
Ik kan niet slapen met dit rumoer.