knippen en plakken
Onze botten zijn wit.
Kun je een bar aanbevelen?
Ik vond de test lastig.
Waar komt u vandaan?
Waar kom je vandaan?
Bevalt zijn nieuwe baan?
Ik blijf vandaag thuis.
Kan u geld wisselen?
Tom dronk meer dan Mary.
Hij dronk gif en stierf.
Ze vinden me niet leuk.
De kraam op de markt is druk.
De oorlog eindigde.
Ik heb geen toekomst.
Geef me honderd dollar.
Tom eet meer spek dan Mary.
Tom gaat nergens heen.
Hij is overmoedig.
Ik ben gescheiden.