Understand spoken Dutch

Verbs (all parts) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Tom said that he didn’t think that Mary was hungry.

Tom zei dat hij er niet aan gedacht had dat Maria honger had.

All the efforts of the doctors were of no avail.

Alle inspanningen van de artsen mochten niet baten.

She would rather read books than watch TV.

Zij zou veeleer boeken lezen dan televisie kijken.

Are there any vegetarian restaurants here?

Zijn er vegetarische restaurants in de buurt?

It was 10 years ago that I started playing chess.

Het is 10 jaar geleden dat ik schaak begon te spelen.

Mary has not yet replied to Tom’s letter.

Mary heeft nog niet geantwoord op Tom zijn brief.

Do you have a managerial position?

Heb je een leidinggevende functie?

Dairy is another name for milk and milk products.

Zuivel is een andere naam voor melk en melkproducten.

It was expensive; nevertheless, we bought the painting.

Het was duur; niettemin kochten we het schilderij.

Tom is probably still miserable.

Tom is waarschijnlijk nog steeds ellendig.

She worked her fingers to the bone.

Zij heeft zich uit de naad gewerkt.

He destroyed cities and farms in his path.

Hij verwoestte steden en boerderijen op zijn pad.

They clapped their wings, and swam proudly in the water.

Zij klapten met hun vleugels en zwommen fier in het water.

He does not distinguish between good and evil.

Hij maakt geen onderscheid tussen goed en kwaad.

Let’s go grocery shopping.

Laten we boodschappen doen.

The government had to alter its foreign policy.

De overheid moest zijn buitenlands beleid wijzigen.

I would recommend otherwise.

Ik zou het tegenovergestelde aanbevelen.

After midnight, it will be dry in most places.

Na middernacht is het op de meeste plaatsen droog.

Everything went smoothly.

Het ging allemaal als een leien dakje.

The poor duckling did not know what to do

Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren