Understand spoken Dutch

Verbs (all parts) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
The couple gave their children a substantial gift.

Het paar deed een forse schenking aan hun kinderen.

The judge will make a ruling concerning the case.

De rechter zal een uitspraak doen inzake de zaak.

That wasn’t a hard call to make.

Dat was geen moeilijke beslissing om te maken.

Tom wasn’t satisfied with Mary’s answer.

Tom was niet tevreden met het antwoord van Mary.

Tom is quite sharp, isn’t he?

Tom is behoorlijk scherpzinnig, nietwaar?

My appointment as a team leader is an honor.

Mijn aanstelling tot teamleider is een eer.

The awarding of the medal was a great honor.

De toekenning van de medaille was een grote eer.

I am involved in the negotiation.

Ik ben betrokken bij de onderhandeling.

That hypocrite talks but does nothing.

Die schijnheilige praat maar doet niets.

Tom went to church with his parents every Sunday.

Tom ging iedere zondag met zijn ouders naar de kerk.

Tom and I haven’t talked in years.

Tom en ik hebben elkaar al jaren niet gesproken.

I don’t think that’s a good investment.

Ik denk niet dat het een goede investering is.

It started raining around midnight.

Omstreeks middernacht begon het te regenen.

We all thought Tom was having a heart attack.

We dachten allemaal dat Tom een hartaanval kreeg.

Everyone needs at least one close friend.

Iedereen heeft minstens één goede vriend nodig.

She had little experience; nevertheless, she got the job.

Ze had weinig ervaring; niettemin kreeg ze de baan.

Let’s figure out a better way to do this.

Laten we een betere manier verzinnen om dit te doen.

A loan can help buy a house.

Een ontlening kan helpen bij het kopen van een huis.

I want to talk to the American consulate.

Ik wil met het Amerikaanse consulaat spreken.

He likes to mock colleagues.

Hij houdt ervan de draak te steken met collega’s.