Understand spoken Dutch

Verbs (all parts) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Tom is a potato farmer.

Tom is een aardappelboer.

She doesn’t know how to drive a car.

Zij weet niet hoe ze een auto moet besturen.

He melted the wax for the statue.

Hij heeft de was gesmolten voor het beeld.

His wife is my Italian teacher.

Zijn vrouw is mijn leerkracht Italiaans.

She no longer responded to my messages.

Ze reageerde niet meer op mijn berichten.

It went like that the first day, and later it got worse and worse.

Zo ging het de eerste dag, en later werd het al erger en erger.

Now it ran away and flew over the fence.

Nu liep het weg en vloog over de schutting.

The Christmas lights shone higher and higher

De Kerstlichtjes stegen al hoger en hoger

Why didn’t you phone before coming?

Waarom heb je niet gebeld vooraleer te komen?

Nobody can answer this question.

Niemand kan deze vraag beantwoorden.

Tom bought himself a new guitar for Christmas.

Tom kocht een nieuwe gitaar voor Kerstmis.

The elegant lady ordered a glass of red wine.

De deftige dame bestelde een glas rode wijn.

Math is a piece of cake for her.

Wiskunde is voor haar een peulenschil.

The goods were transported by ship.

De goederen werden met het schip vervoerd.

They’re my grandma’s dentures.

Het is het kunstgebit van mijn oma.

My life would be completely empty without you.

Zonder jou was mijn leven helemaal leeg geweest.

Her little feet she had drawn under her

Haar voetjes had zij naar zich toe getrokken

I am satisfied with my career so far.

Ik ben tevreden met mijn loopbaan tot nu toe.

Her speech was full of wit.

Haar toespraak was zeer scherpzinnig.

We don’t have time to argue.

We hebben geen tijd om te discussiëren.