Understand spoken Dutch

"to; for" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I am looking for a new job.

Ik ben op zoek naar een nieuwe job.

Yanni went to a local bar.

Yanni ging naar een lokale bar.

When are we going to the beach?

Wanneer gaan we naar het strand?

I just went to the sea.

Ik ben louter naar de zee geweest.

He went there in person.

Hij ging er persoonlijk naar toe.

Her little feet she had drawn under her

Haar voetjes had zij naar zich toe getrokken

he stretched his snout straight towards the duckling

hij strekte zijn snoet juist naar het eendje uit

Tom went to church with his parents every Sunday.

Tom ging iedere zondag met zijn ouders naar de kerk.

Lights were shining from every window, and there was a savory smell of roast goose,

Al de ramen waren helder verlicht, en het rook heerlijk naar ganzengebraad

to listen to music

naar muziek luisteren

The door to the hall stood wide open.

De deur naar de hal stond wijd open.

I need to go to Spijkenisse

Ik moet naar Spijkenisse.

a small deviation to the left

een kleine afwijking naar links

One ticket to Paris, please.

Een ticket naar Parijs, alstublieft.

How much is a ticket to Paris?

Hoeveel kost een ticket naar Parijs?

Is he going to high school?

Gaat hij naar de middelbare school?

The road to destruction is wide.

De weg naar de vernietiging is breed.

And so they went to the duck cage.

En zo begaven zij zich naar de eendenkooi.

but now she became colder, but she didn't dare to go home

maar nu werd zij nog kouder, en naar huis durfde zij niet

The king was furious and sent him to the torture chamber.

De koning was woedend en stuurde hem naar de folterkamer.