Ik ben op zoek naar een kamer met twee bedden.
De moeder der eendjes ging met haar hele familie naar de gracht toe.
Ik ga even naar het toilet.
De politie is op zoek naar de dief.
ging naar de slaapkamer
Plof, plof! het riet boog zich naar alle kanten heen.
Reizen naar het buitenland wordt afgeraden.
naar een concert gaan
naar de universiteit gaan
Hoeveel kost een ticket naar Londen?
Een ticket naar Londen alstublieft.
Hij liep met grote passen naar het kasteel.
De kleine strekte haar beide handjes er naar uit: daar ging het lucifertje uit.
Hij zocht naar de sleutel.
We gaan naar Duitsland.
Breng me naar de kerk, alstublieft.
Wanneer vertrekt de bus naar Brussel?
We gaan om vier uur naar het zwembad.
Wanneer vertrekt de trein naar Brussel?
En het snelde naar het water, plofte er in en zwom naar de prachtige zwanen toe