naar
naar huis gaan
toen ik naar de badkamer ging
Yanni ging terug naar zijn kamer.
We zijn op weg naar huis.
naar het buitenland
Wanneer kom je terug naar huis?
Tom wilde naar huis komen.
vraag er de kater maar eens naar
naar bed gaan
naar het park gaan
Ga je naar Australië?
De politie is op zoek naar Tom.
Ik ging naar Australië.
Waarom gaan we niet naar Australië met Tom?
naar de film gaan
Waar is de bus naar Londen?
Waar is de trein naar Londen?
Ik ga naar Australië om op een boerderij te werken.
Wat kost het om naar Brussel te gaan?