Understand spoken Dutch

Prepositions Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I listened carefully to what they said.

Ik luisterde goed naar wat ze zeiden.

Why does your anger burn against us?

Waarom ontbrandt uw toorn tegen ons?

Inside there was a terrible noise; because there were two families disputing each other’s possession of an eel head, and finally the cat still got it.

Daarbinnen was een verschrikkelijk rumoer; want daar waren twee families, die elkaar het bezit van een palingkop betwistten, en eindelijk kreeg de kat die toch.

Towards evening it reached a small, shabby farm hut; it was so dilapidated that it did not know to which side it would fall, and that is why it stayed up

Tegen de avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welke kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan.

She embarrassed me in front of my friends.

Ze zette me voor schut voor mijn vrienden.

We hope many of you will come.

We hopen dat veel van jullie zullen komen.

You took it out of the oven too soon.

Je hebt het te vroeg uit de oven gehaald.

Choose the correct words to complete the sentence.

Kies de juiste woorden om de zin af te maken.

Spray cans are handy for graffiti.

Spuitbussen zijn handig voor graffiti.

The Polish experts work in Africa.

De Poolse deskundigen werken in Afrika.

Think before you open your mouth.

Denk na vooraleer je je mond opendoet.

Bread is made from flour, water and yeast.

Brood wordt gemaakt van meel, water en gist.

The awarding of the title was deserved.

De toekenning van de titel was verdiend.

He acted purely out of self-interest.

Hij handelde louter uit eigenbelang.

You should take a closer look.

Je zou het beter van naderbij aanzien.

Who stands to benefit most?

Wie zou er het meest van profiteren?

she aspired to a job as a journalist

ze ambieerde een job als journalist

Whooping cough is on the rise in the Netherlands.

Kinkhoest is in opmars in Nederland.

Her eyes were shining with joy.

Haar ogen straalden van blijdschap.

That book scared the wits out of me.

Dat boek jaagde me de stuipen op het lijf.