Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - W

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (8) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1457) B (646) C (1064) D (732) E (464) F (599) G (356) H (898) I (1474) J (111) K (71) L (449) M (626) N (334) O (349) P (775) Q (29) R (465) S (1572) T (6278) U (137) V (119) W (923) X (4) Y (314) Z (14)
English Dutch Recording Learn
we didn’t give it the proper attention then

wij schonken daar toen niet de juiste aandacht aan

we didn’t know

wij wisten niet

We didn’t know which bus to take.

We wisten niet welke bus we moesten nemen.

we do not know all the characteristics of the virus

we niet alle eigenschappen van het virus kennen

We don’t have time to argue.

We hebben geen tijd om te discussiëren.

We don’t know anything about Istanbul.

We weten niets over Istanboel.

We don’t meet anyone by chance.

We ontmoeten niemand toevallig.

We don’t need any more problems.

We hebben geen behoefte aan nog meer problemen.

We don’t trust strangers.

Wij vertrouwen geen vreemdelingen.

We don’t understand you?

Begrijpen wij je niet?

We eat a lot of pasta.

We eten veel pasta.

We even have colour television.

We hebben zelfs kleurentelevisie.

We expect a commitment.

We verwachten een toezegging.

We feel very safe here.

We voelen ons hier erg veilig.

We fell asleep.

We vielen in slaap.

We fix all kinds of clocks here.

We repareren allerlei soorten klokken hier.

We found a turtle in the garden.

We vonden een schildpad in de tuin.

We found all sorts of interesting things.

We vonden allerlei interessante dingen.

We got lost in the streets.

We raakten verdwaald op straat.

We had oysters earlier.

We hadden oesters eerder.

We happened to be on the same train.

We zaten toevallig in dezelfde trein.

We happened to get on the same bus.

We stapten toevallig op dezelfde bus.

We hardly see him around here.

We zien hem hier amper.

we have

wij hebben

We have a great opportunity.

We hebben een mooie gelegenheid.

We have an understanding.

We hebben een overeenkomst.

We have decided to ask for clarification.

We hebben beslist om opheldering te vragen.

We have lunch at around three o’clock in the afternoon.

Omstreeks drie uur in de middag gaan we lunchen.

We have no one to help us.

We hebben niemand om ons te helpen.

We have reached an agreement.

We hebben een overeenkomst gesloten.

We have scheduled an emergency meeting.

Wij hebben spoedoverleg gepland.

we have searched everywhere

wij hebben overal gezocht

We have taken office.

Wij zijn aangetreden.

We have three minutes.

We hebben drie minuten.

We have to get off here.

Hier moeten we uitstappen.

We have to keep it going now.

We moeten het nu gaande houden.