Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (675) B (1039) C (170) D (3701) E (1153) F (186) G (844) H (2047) I (1131) J (256) K (711) L (427) M (662) N (378) O (752) P (490) Q (2) R (354) S (1031) T (1023) U (180) V (1190) W (978) X (3) Y (88) Z (839)

Dutch	English	Learn
het vee	the cattle	Learn
het vee, de boerderijen	the cattle, the farms	Learn
het veevoeder	the fodder; the cattle feed	Learn
het veld	the field	Learn
het venijn	the viciousness	Learn
het venijn	the venom	Learn
het venster	the window	Learn
het ventje	the chappie	Learn
het verbod	the prohibition	Learn
het verdrag	the treaty	Learn
het verdriet	the sorrow	Learn
het Verenigd Koninkrijk	the United Kingdom	Learn
Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland.	The United Kingdom is comprised of England, Scotland, Wales, and Northern Ireland.	Learn
het verfomfaaide boek	the crumpled book	Learn
het vergif	the poison	Learn
Het vergt moed om je hart te volgen.	It takes courage to follow your heart.	Learn
het verhaal	the story	Learn
het verkeer	the traffic	Learn
het verkeersbord	the traffic sign	Learn
het verlangen	the desire	Learn
het verleden	the past	Learn
het verlof	the leave	Learn
het vermoeden	the presumption	Learn
Het veroorzaakte enorm leed maar we zagen ook massaal veel solidariteit.	It caused enormous suffering, but we also saw massive solidarity.	Learn
het verschijnsel	the phenomenon	Learn
het verschil	the difference	Learn
Het verschil tussen een bloem en onkruid, is slechts een oordeel.	The difference between a flower and a weed is just judgement.	Learn
het verslag	the report	Learn
het verstand	the mind	Learn
het vertrouwen	the trust	Learn
het vervangen	the replacement	Learn
het vervoer	the transport	Learn
het vervolg	the continuation	Learn
Het verwijderen van de voorhuid heet circumcisie.	The removal of the foreskin is called circumcision.	Learn
het verzuim	the absence	Learn
Het verzuim van de werknemer werd opgemerkt.	The employee’s absence was noticed.	Learn