zie
riem
de riem
klomp
de klomp
kous
de kous
sok
de sok
de trui
spijkerbroek
de spijkerbroek
kledingwinkel
de kledingwinkel
vertegenwoordiger
de vertegenwoordiger
directeur
de directeur
politieman
de politieman
leerling
de leerling
“Ik denk, dat het wel krachtig zal worden; het weet zich ten minste nu al goed te verweren.”
krachtig
“Bovendien is het een woerd,” zeide zij; “en daarom doet het er zo veel niet toe.”
woerd
Dit zeggende, pakte zij het beet en streek zijn veren glad.
glad
beet
pakte
zeggende
“Het heeft te lang in het ei gezeten, en daardoor is het wat mismaakt geworden!”
mismaakt
“Ik denk wel, dat het goed zal opgroeien en mettertijd wat kleiner worden.”
kleiner
mettertijd
opgroeien
“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.
flink
zwemt