"you (singular)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Make sure to maintain a safe distance from the vehicle in front for safe driving.	Zorg ervoor dat je voldoende afstand houdt tot je voorligger om veilig te rijden.
	unless you receive a letter of exemption from the government	tenzij je een uitzonderingsbrief van de overheid ontvangt
	Live a little.	Leef je uit.
	You look contented.	Je ziet er voldaan uit.
	How do you handle it?	Hoe pak je het aan?
	How much do you weigh?	Hoeveel weeg je?
	Do you have an ashtray?	Heb je een asbak?
	You are right.	Je hebt gelijk.
	Can you whistle?	Kan je fluiten?
	Do you have any candles?	Heb je kaarsen?
	Live while you can.	Leef zolang je kan.
	Whose side are you on?	Aan wiens kant sta je?
	You’re nuts.	Je bent gestoord.
	Do you have cauliflower?	Heb je bloemkool?
	Can you understand me?	Kun je me verstaan?
	What is your postcode?	Wat is je postcode?
	You’ve never liked me, have you?	Je hebt me nooit gemogen, hè?
	Why are you whispering? (you singular)	Waarom fluister je?
	You’re involved.	Je bent erbij betrokken.
	Can you recommend a café?	Kun je een café aanbevelen?