haar grootmoeder was vroeger nooit zo mooi, zo groot geweest
Haar Engels was onberispelijk; ik dacht niet dat ze een buitenlander was.
hij was niet parelwit en doorschijnend meer
Hij was eens hier.
hij was boos dat ik het niet deed
Hij was een zeer wijs, rijk en machtig koning.
hij was
Het dacht aan, hoe het vervolgd en bespot was, en hoorde nu allen zeggen, dat het de mooiste van al die mooie vogels was.
hij meer geluid maakte dan verstandig was
Gustav was vanmorgen vroeg zo verstrooid dat hij per ongeluk twee verschillende sokken had aantrokken.
Van haar vader zou zij zeker slaag krijgen, en thuis was het ook koud.
want het was oudejaarsavond.
want haar oude grootmoeder, de enige die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt.
iedereen was gespannen
iedereen was humeurig en kortaangebonden
Wist je niet dat Tom getrouwd was?
Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
maar zij had een slecht gezicht, en daarom dacht zij, dat het eendje een vette eend was, die verdwaald was geraakt
En toch zei zij, dat ze een echte prinses was.
En wat nog prachtiger om te zien was