"was" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Spring had arrived.	Het was lente geworden.
	Yanni was very drunk.	Yanni was erg dronken.
	It was cold, freezing cold.	Het was koud, snerpend koud.
	If today is Wednesday, yesterday was Tuesday.	Als het vandaag woensdag is, was het gisteren dinsdag.
	If today is Thursday, yesterday was Wednesday.	Als het vandaag donderdag is, was het gisteren woensdag.
	Tom was very friendly.	Tom was heel aardig.
	I never wash the windows.	Ik was de ramen nooit.
	The bucket was full of water.	De emmer was vol water.
	Tom was very nice to me.	Tom was erg aardig tegen mij.
	he was angry that I hadn’t done it	hij was boos dat ik het niet deed
	His beard was a source of pride.	Zijn baard was een bron van trots.
	That was a difficult test.	Dat was een moeilijke test.
	It was the only thing I could do.	Het was het enige ding dat ik kon doen.
	That wasn’t a hard call to make.	Dat was geen moeilijke beslissing om te maken.
	That was a difficult problem to foresee.	Dat was een moeilijk te voorzien probleem.
	Once upon a time there was a prince who wanted to marry a princess; but it had to be a real princess.	Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn.
	it was sad	het was treurig
	He was badly wounded.	Hij was zwaar gewond.
	The speech was boring.	Het betoog was saai.
	That was my department.	Dat was mijn afdeling.